Een hoog totaal- en LDL-cholesterol in het bloed is geassocieerd met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten. Met name vetten hebben effect op het cholesterolprofiel. Het effect van cholesterol zelf uit de voeding zoals in eieren, garnalen en orgaanvlees is minder groot. Dit komt omdat het lichaam zelf minder cholesterol aanmaakt wanneer de inname toeneemt. Het lichaam kan dit echter niet volledig compenseren. Heeft voedingscholesterol dan ook invloed op hart- en vaatziekten? Een meta-analyse heeft hiernaar gekeken en de resultaten op een rij gezet.
Richtlijnen voedingscholesterol
Hoewel de reputatie van voedingscholesterol beter is dan die is geweest, zijn er geluiden te horen dat het niet helemaal onschuldig is bij het ontstaan van hart- en vaatziekten. Enkele studies sterken dat idee omdat daarin positieve associaties worden gevonden [1-3]. Dat heeft ertoe geleid dat de Amerikaanse voedingsrichtlijnen van 2010 maximaal 300 mg/dag adviseerden [4]. Helemaal onomstreden was dat niet omdat er ook studies zijn waarin geen positieve associaties worden gevonden [5-7]. Met de komst van nieuwe studies [8] zijn er aanwijzingen dat de Amerikanen in hun Voedingsrichtlijnen die later dit jaar verschijnen het advies van een maximum aan voedingscholesterol verlaten [9].
In de Nederlandse Richtlijnen Goede Voeding uit 1986 werd een maximum aan voedingscholesterol geadviseerd van 33 mg/Mj. Dit is zo gebleven tot 2006. In de Richtlijnen Goede Voeding van dat jaar staat [10]:
Voedingscholesterol verhoogt het LDL-serumcholesterolgehalte en het totaal serumcholesterolgehalte en daarmee het risico op coronaire hartziekten.
Voedingsmiddelen die rijk zijn aan cholesterol bevatten meestal ook veel verzadigd vet. Een vermindering van de hoeveelheid verzadigd vet zal daardoor ook leiden tot een vermindering van de inname van voedingscholesterol. Om die reden, en omdat de inname van voedingscholesterol relatief laag is, bestaat er sinds 2006 geen kwantitatieve richtlijn meer voor de hoeveelheid voedingscholesterol. Voedingscholesterol is daarmee echter nog niet uit de beklaagdenbank. Op een indirecte wijze wordt nu getracht de inname te beperken.
Nieuwe meta-analyse
Door de inconsistente onderzoeksresultaten is er in juni 2015 een meta-analyse gepubliceerd waarin alle studies die hebben gekeken naar het effect van voedingscholesterol op hart- en vaatziekten en het cholesterolprofiel zijn samengevoegd [11]. In totaal zijn er 17 prospectieve cohort-studies (n= 361.923) en 19 interventie-studies (n= 632) meegenomen. De gevonden resultaten zijn als volgt:
- De inname van cholesterol uit de voeding was niet statistisch significant geassocieerd met coronaire hartziekten, herseninfarct, hersenbloeding.
- De inname van cholesterol uit de voeding verhoogde statistisch significant het totaal-cholesterol, LDL cholesterol, HDL-cholesterol en verhouding LDL/HDL.
- Wanneer de inname van cholesterol uit de voeding hoger was dan 900 mg/dag was de verhoging van het LDL-cholesterol niet meer statistisch significant.
- De inname van cholesterol uit de voeding had geen statistisch significant effect op de triglyceriden en het VLDL-cholesterol.
Figuren van de resultaten
Opmerkingen
- Het aantal prospectieve cohort studies met coronaire hartziekten als uitkomstmaat was beperkt (n=4). Hierdoor was het niet mogelijk om voor verschillende uitkomsmaten een meta-analyse uit te voeren.
- De associatie die soms gevonden wordt tussen voedingscholesterol en coronaire hartziekten kan verstoord zijn door andere voedingsfactoren waar niet altijd voor gecorrigeerd is (calorie- en vet-inname, voedingsvezels).
- Prospectieve cohort-studies gebruikten gedurende vele jaren follow-up alleen de cholesterol-inname die gemeten is bij aanvang van de studie. Hiermee wordt aangenomen dat de voeding gedurende vele jaren niet verandert. Alle veranderingen in de voeding die na aanvang van de studie optraden zijn daardoor niet meegenomen.
- Zowel de prospectieve cohort-studies als de interventie-studies verschilden onderling behoorlijk van elkaar.
- De hoeveelheid voedingscholesterol in de interventie-studies varieerde van 500-1400 mg/dag. In de praktijk is de gemiddelde inname van cholesterol uit de voeding ongeveer 300 mg/dag. De auteurs pleiten dan ook voor interventie-studies waarin gekeken wordt naar een inname van voedingscholesterol die ligt tussen de 300-500 mg/dag.
- De etniciteit van de deelnemers werd zelden gerapporteerd.
- De resultaten van deze meta-analyse zijn in lijn met de conclusies van de Gezondheidsraad in de conceptversie ‘Voedingscholesterol’ voor de nieuwe Richtlijnen Goede Voeding 2015.
- Studie is mede gefinancierd door de American Egg Board, Egg Nutrition Center.
- Er zijn aanwijzingen dat de consumptie van eieren is geassocieerd met een verhoogd risico op coronaire hartziekten bij mensen met diabetes mellitus type II, hoewel de betrouwbaarheid van de studies te wensen overlaat [12, 13].
- Er zijn aanwijzingen dat de consumptie van eieren is geassocieerd met een verhoogd risico op diabetes mellitus type II [13, 14] en hartfalen [15, 16], hoewel de betrouwbaarheid van de studies te wensen overlaat.
Conclusie
Deze meta-analyse laat niet zien dat het cholesterol in de voeding een ongunstig effect heeft op coronaire hartziekten en beroerte (herseninfarct en hersenbloeding). De kwaliteit van de individuele studies laat echter te wensen over waardoor het niet mogelijk is om harde conclusies te trekken.